De rechtbank in Den Haag heeft op 6 april een uitspraak gedaan in een zaak van Defence for Children en het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM) tegen de Staat en drinkwaterbedrijven Dunea en PWN. Deze zaak gaat kort gezegd om de vraag of huishoudens met minderjarige kinderen mogen worden afgesloten van drinkwater bij wanbetaling. Volgens eisers is dat in strijd met de rechten van minderjarige kinderen zoals het Verdrag inzake de rechten van het Kind (IVRK) en het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank is het daar niet mee eens en wijst de vorderingen af.
Ook het EVRM geeft dat niet. Met de huidige Drinkwaterwet en daarop gebaseerde regelingen is er volgens de rechtbank ook geen sprake van een situatie in strijd met de mensenrechten als het water wordt afgesloten vanwege wanbetaling.
De rechtbank is van oordeel de Staat en/of de drinkwaterbedrijven niet op grond van het IVRK en/of het EVRM ervoor moeten zorgen dat huishoudens met minderjarige kinderen niet van drinkwater worden afgesloten bij wanbetaling. Dat is in zijn algemeenheid niet onrechtmatig tegenover kinderen. In een concreet geval, waar alle omstandigheden worden meegewogen en de situatie van een bepaald kind in ogenschouw wordt genomen, kan dat anders liggen, maar in deze zaak gaat het niet om concrete gevallen.