Zelfstandig wonende Amsterdamse jongeren in de bijstand, mbo’ers en jongeren met een minimumloon komen ondanks alle aanvullende regelingen, maandelijks honderden euro’s tekort. Dat blijkt uit het Nibud-onderzoek Een (on)zeker inkomen in de stad.
Voor het Kenniscentrum Ongelijkheid onderzocht het Nibud de financiële situatie van verschillende soorten kwetsbare huishoudens in Amsterdam. Dit onderzoek maakt deel uit van het programma Een (on)zeker bestaan in de stad van het Kenniscentrum.
De andere inkomensgroepen die het Kenniscentrum Ongelijkheid wilde belichten, zijn alleenstaande ouders met kinderen onder de 18 jaar en 50-plussers met een arbeidsbeperking. Deze 2 groepen kunnen wel rondkomen, míts zij alle aanvullingen aanvragen waar zij recht op hebben. De veelheid aan regelingen vraagt echter van mensen dat zij alert zijn, op tijd alles aanvragen én op tijd wijzigingen doorgeven. Daarnaast moeten zij zeer goed met geld om kunnen gaan en geen persoonlijk onvermijdbare uitgaven (bijvoorbeeld hoge ziektekosten) hebben.
Het onderzoek bevestigt opnieuw de zorgen die het Nibud heeft over jongeren die met een financiële achterstand aan hun volwassen leven beginnen. ‘We verwachten financiële zelfstandigheid zodra jongeren 18 zijn, maar als je elke maand ruim
€ 600 tekort komt, ben je nergens’, aldus Nibud-directeur Arjan Vliegenthart. ‘We zijn blij dat het Kenniscentrum Ongelijkheid aandacht heeft voor de financiële omstandigheden waarmee deze Amsterdamse jongeren te maken hebben.’