Het experiment met de basisbaan is in Groningen zo succesvol verlopen, dat het een vervolg krijgt.
Verreweg de meeste deelnemers aan het driejarig experiment gingen er qua inkomen, welzijn en gezondheid op vooruit. Geen van de mensen die gestart zijn met een Basisbaan, is uitgevallen, zo blijkt uit de eindevaluatie.
Met de Basisbaan creëert de gemeente extra werkgelegenheid voor inwoners die op een andere manier geen kans maken op een betaalde baan. Deze basisbaners zijn aan het werk in de dorpen en wijken. Dat heeft ook aantoonbaar tot een verbeterde leefbaarheid geleid.
De medewerkers die drie jaar geleden zijn gestart, krijgen een vast contract en de gemeente breidt het aantal banen de komende jaren uit tot 250. De basisbaan wordt daarmee structureel onderdeel van het gemeentelijk arbeidsmarktbeleid.
Wethouder Carine Bloemhoff (PvdA) is ‘ontzettend blij’ met de resultaten, zei ze bij de overhandiging van de evaluatie aan minister Carola Schouten (Participatie). ‘Basisbaners geven aan dat het werk hun weer zelfvertrouwen en energie geeft. Ook voelen ze zich fitter en ervaren ze minder stress. Bovendien gaan ze er in inkomen op vooruit.’
Uitgangspunt van de basisbanen is dat het werk geen betaalde banen of vrijwilligerswerk mag verdringen. Basisbaners houden zich bijvoorbeeld bezig met ondersteuning in buurtcentra, het opruimen van zwerfafval, het optreden als gastheer of gastvrouw op verschillende locaties in de wijk, het assisteren van fietsstewards, het meewerken aan een wijkblad, het ondersteunen van een sportvereniging of het bijstaan van kwetsbare buurtbewoners. Inmiddels zijn in vrijwel alle wijken en dorpen van de gemeente Groningen deelnemers met een basisbaan actief.
Een groot deel van de basisbanen wordt nu door de gemeente betaald, maar Bloemhoff vindt dat het rijk moet bijspringen om deze vorm van werk mogelijk te maken.