Het kabinet wil werkloketten oprichten waar mensen terechtkunnen met al hun vragen die met werk te maken hebben. Dit moet eraan bijdragen dat werkzoekenden en mensen die in een andere sector aan de slag willen makkelijker hulp vinden bij hun zoektocht. Ook werkgevers die op zoek zijn naar de juiste werknemers kunnen er aankloppen. Daarnaast moet één centraal ‘werkplan’ ervoor zorgen dat iemand de juiste begeleiding krijgt om bij de juiste baan te komen.
Deze ingrepen kondigen ministers Karien van Gennip en Carola Schouten (Sociale Zaken) aan om de scheve arbeidsmarkt in balans te brengen. In heel Nederland is er een tekort aan personeel, terwijl er nog steeds mensen werkloos zijn. Grote tekorten doen zich bovendien voor in maatschappelijk zeer belangrijke sectoren, zoals het onderwijs en branches die belangrijk zijn voor de energietransitie, terwijl mensen ook werken in banen die op termijn zullen verdwijnen.
Daarom komt het kabinet met plannen om zoveel mogelijk te voorkomen dat mensen werkloos worden, en om ervoor te zorgen dat mensen langer aan het werk kunnen blijven in belangrijke sectoren, bijvoorbeeld door blijvend cursussen en studies te volgen.
Een belangrijk probleem is echter dat er te veel verschillende “loketten, regelingen en subsidies” zijn. Mensen die hulp nodig hebben bij omscholing, weten soms niet waar ze moeten aankloppen. Daarnaast leidt de wildgroei aan regelingen ertoe dat de uitvoering vastloopt, omdat hier ook nog allerlei verschillende overleggen aan gekoppeld zijn. Van Gennip en Schouten spreken van een “enorme hoeveelheid overlegtafels met vaak ook wisselende samenstellingen”. Zo zijn er regionale samenwerkingsverbanden, mobiliteitsteams, werkgeversservicepunten en leerwerkloketten.
De verschillende loketten moeten worden vervangen door één type loket. In elk van de 35 ‘arbeidsmarktregio’s’ moet zo’n loket komen, met elk dezelfde naam. De bewindsvrouwen opperen als voorbeeld de naam ‘werkcentrum’. Mensen die elders aankloppen moeten altijd worden doorverwezen naar dit loket: de ministers willen dat het ‘no wrong door’-principe gaat gelden, om te voorkomen dat mensen van het kastje naar de muur worden gestuurd.
Verder moet er één werkplan komen, waarin wordt vastgelegd “welke activiteiten iemand gaat ondernemen om werk te vinden en welke dienstverlening daarbij wordt ingezet”. De taakverdeling blijft wel zoals-ie nu is: het UWV ondersteunt mensen met een WW- of arbeidsongeschiktheidsuitkering, gemeenten mensen in de bijstand en de sociale partners (bonden en werkgeversorganisaties) helpen werkenden.
Over de uitwerking van de plannen kunnen de ministers in het voorjaar van volgend jaar meer zeggen, laten ze aan de Tweede Kamer weten.