Van de mensen met beroepen als schoonmaker, hulp in bouw, industrie of landbouw, productiemachinebediener of keukenbediende is gemiddeld 40 procent laaggeletterd. Dat betekent dat ze onvoldoende niveau zouden hebben om aan het vmbo te beginnen. Ook hebben ze veelal niet het rekenniveau dat daarvoor nodig zou zijn.
Dat blijkt uit onderzoek van de Stichting Lezen & Schrijven. Meer actie tegen het verschijnsel is dringend nodig, aldus de organisatie, die hier speciaal een rol weggelegd ziet voor met name de werkgevers.
De stichting ontdekte eveneens dat circa 35 procent van de laagopgeleide kortdurig werklozen (tot een jaar werkloos) laaggeletterd is. Van de laagopgeleide langdurig werklozen (mensen die langer dan een jaar werkloos zijn) is dat zelfs bijna de helft.
Laaggeletterden schamen zich vaak voor hun probleem en vooral in de werkomgeving levert de situatie extra stress op, door angst voor ontdekking en om fouten te maken. Door de digitalisering nemen deze problemen ook nog sneller toe: een vrije dag vragen of de loonstrook bekijken moet al vaak op de computer, hetgeen de problemen nog groter maakt en steeds sneller doet groeien. De laaggeletterde werknemers zijn veelal minder productief, werken langzamer en maken ook echt meer fouten. Ze hebben bovendien meer kans op ongelukken en ziekteverzuim.
Niet alleen hun welzijn, maar ook hun welvaart is met aanpak van de problemen gemoeid. Na het verbeteren van het lezen en schrijven en ook rekenen neemt niet alleen de productiviteit van de medewerkers toe, maar gemiddeld ook hun inkomen, volgens de onderzoekers soms wel tot 17 procent.
De resultaten van het onderzoek ‘Spreiding van laaggeletterdheid: inzicht in taal- en rekenvaardigheden per beroep, sector en type werkzoekende’ wordt dinsdagmiddag gepresenteerd.