Antwoord op vragen over het sociaal domein

Bijstand & studie

Als u studeert of samenwoont met een student kan dat in bepaalde gevallen van invloed zijn op uw bijstandsuitkering. In dit hoofdstuk komen de volgende situaties aan bod:

U bent verplicht het volgen van een studie te melden

Bij het aanvragen van een bijstandsuitkering en tijdens de bijstand bent u verplicht om aan de gemeente te melden dat u een studie wilt gaan volgen. Die verplichting geldt niet als de gemeente u heeft gevraagd de studie te volgen. U moet ook melden dat uw partner een studie volgt of wil gaan volgen. De gemeente heeft het volgende bepaald over hoe en wanneer u een studie moet melden:

Regels van uw gemeente

Deze ruimte is bestemd voor de regels van uw gemeente. Helaas doet uw gemeente nog niet mee aan deze website zodat wij de regels van uw gemeente hier niet kunnen weergeven.
Als u wilt, kunt u uw gemeente vragen om ook aan deze website mee te doen. Een verzoek daartoe kunt u bijvoorbeeld indienen bij de afdeling werk en inkomen, de afdeling voorlichting, het college van burgemeester en wethouders of de gemeenteraad. Uiteraard kunt u dit verzoek ook indienen samen met de cliëntenraad. Voor de goede orde wijzen wij er op dat meedoen aan deze website voor de gemeente geld kost.

Studie en het recht op bijstand

Als u studeert, kunt u meestal aanspraak maken op studiefinanciering op grond van de Wet Studiefinanciering 2000 (WSF 2000) of een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wtos). Voor bijzondere (studie)kosten kunt u recht hebben op bijzondere bijstand.

Hierna wordt uitgelegd of u tijdens de studie (nog) recht op bijstand hebt. Daarbij wordt er van uitgegaan dat u 18 jaar of ouder bent. Als u jonger bent dan 18 jaar, hebt u in principe geen recht op een bijstandsuitkering.

U hebt geen partner en u studeert
U ontvangt studiefinanciering U hebt geen recht op een bijstandsuitkering.  
U ontvangt een tegemoetkoming U hebt geen recht op een bijstandsuitkering. Dit is anders als u een tegemoetkoming leraren of deeltijders ontvangt.
U ontvangt geen studiefinanciering of tegemoetkoming U kunt recht hebben op een bijstandsuitkering als u aan de voorwaarden voldoet. Bent u jonger dan 27 jaar en kunt u nog een opleiding volgen waar u studiefinanciering voor kunt krijgen? Of bent u jonger dan 27 jaar en kunt u wel nog een opleiding volgen en daarvoor geen studiefinanciering krijgen, maar volgt u die opleiding niet? Dan hebt u geen recht op bijstand.
U hebt een partner en u studeert
U ontvangt studiefinanciering

Bent u jonger dan 27 jaar? Dan hebt u geen recht op een bijstandsuitkering. Uw partner kan recht hebben op een bijstandsuitkering ter hoogte van 50% van de gehuwdennorm. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:

  • uw partner is 21 jaar of ouder en is geen kostendelende medebewoner; of
  • uw partner is jonger dan 21 jaar.

Bent u 27 jaar of ouder? Dan kunt u samen met uw partner recht hebben op bijstand, als uw partner aan alle voorwaarden voldoet. De studiefinanciering is voor u samen geen voorliggende voorziening. Wel zal de studiefinanciering op de uitkering in mindering gebracht worden. 

U ontvangt een tegemoetkoming Als u een tegemoetkoming in de studiekosten (WTOS) ontvangt, kunt u met uw partner samen recht hebben op bijstand. De tegemoetkoming is voor u samen geen voorliggende voorziening. Wel zal de tegemoetkoming (deels) op de uitkering in mindering gebracht worden.  
U ontvangt geen studiefinanciering of een tegemoetkoming

U kunt samen recht hebben op een bijstandsuitkering als u aan de voorwaarden voldoet. Bent u jonger dan 27 jaar en kunt u nog een opleiding volgen waar u studiefinanciering voor kunt krijgen? Of bent u jonger dan 27 jaar en kunt u wel nog een opleiding volgen en daarvoor geen studiefinanciering krijgen, maar volgt u die opleiding niet? Dan hebt u geen recht op bijstand. Uw partner kan dan recht op bijstand hebben ter hoogte van 50% van de gehuwdennorm. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:

  • uw partner is 21 jaar of ouder en is geen kostendelende medebewoner; of
  • uw partner is jonger dan 21 jaar.

Bent u beiden jonger dan 27 jaar en kunt u nog een opleiding volgen waar u studiefinanciering voor kunt krijgen? Of bent u beiden jonger dan 27 jaar en kunt u wel nog een opleiding volgen en daarvoor geen studiefinanciering krijgen, maar volgt u die opleiding niet? Dan heeft u beiden geen recht op bijstand.

U hebt een kind dat studeert
Zie voor deze situatie: "Uw kind heeft studiefinanciering

Kostendelersnorm

Studenten zijn geen kostendelende medebewoners. Het maakt daarbij niet uit of de studerenden bij hun ouders inwonen of met anderen in dezelfde woning wonen.

Indien een gehuwde (of daarmee gelijkgestelde) studeert en studiefinanciering ontvangt, wordt het inkomen uit studiefinanciering onder omstandigheden in aanmerking genomen bij het vaststellen van het recht op bijstand. Hierbij moet onderscheid gemaakt worden tussen twee situaties:
  1. De student is jonger dan 27 jaarOmdat de student jonger is dan 27 jaar en studiefinanciering ontvangt, heeft hij geen recht op bijstand (zie artikel 13 lid 2 onderdeel c Participatiewet). Indien zijn partner wel recht heeft op bijstand, moet de student worden aangemerkt als een niet-rechthebbende partner dan moet rekening gehouden worden met zijn inkomen voor zover dit, tezamen met het inkomen van zijn partner, hoger is dan de bijstandsnorm voor gehuwden (artikel 32 lid 3 Participatiewet; zie Inkomen partner zonder recht). Daarbij geldt dat het inkomen uit studiefinanciering in aanmerking wordt genomen naar het normbedrag voor levensonderhoud (zie Inkomen uit de Wet studiefinanciering 2000). In deze situatie is  doorgaans van toepassing voor de bepaling van de norm van de rechthebbende partner. Hierin is geregeld dat deze norm gelijk is aan 50% van de norm die voor hem zou gelden als hij gehuwd zou zijn met een rechthebbende echtgenoot van zijn leeftijd (zie ook Norm partner zonder recht). 
     
  2. De student is 27 jaar of ouder
    Wanneer één van beide partners op grond van de WSF 2000 studiefinanciering ontvangt brengt dit niet met zich mee dat hij is uitgesloten van het recht op bijstand. Slechts indien beide partners aanspraak zouden hebben op studiefinanciering ingevolge de WSF 2000 zou voor hen, als gezin, gezien artikel 15 lid 1 Participatiewet in het algemeen geen recht op algemene bijstand bestaan. Het inkomen uit studiefinanciering moet dan als inkomen worden aangemerkt volgens de regels van artikel 33 lid 2 Participatiewet en eventueel worden verrekend met de uitkering (zie ook Inkomen uit de Wet studiefinanciering 2000).
    De student en diens partner worden dan voor de bepaling van de norm algemene bijstand aangemerkt als gehuwden.
    Let op, het gaat hier slechts om belanghebbenden van 27 jaar of ouder. Personen jonger dan 27 jaar zijn op grond van artikel 13 lid 2 onderdeel c onder 1 Participatiewet uitgesloten van het recht op algemene bijstand (zie onder 1).

Bovenstaande is hieronder schematisch weergegeven:

Schema: Studerende met studiefinanciering met partner zonder studiefinanciering

Leeftijd partner met studiefinancieringGevolgen
De studerende partner is jonger dan 27 jaarBelanghebbende is een niet-rechthebbende partner met wiens inkomen rekening wordt gehouden voor zover dit, tezamen met het inkomen van zijn partner, hoger is dan de bijstandsnorm voor gehuwden.* Artikel 24 Participatiewet bepaalt dat een norm van 50% gehanteerd moet worden.
De studerende partner is 27 jaar of ouderHet inkomen uit studiefinanciering moet als inkomen in aanmerking worden genomen en eventueel worden verrekend met de uitkering.* Belanghebbenden worden voor de bepaling van de norm algemene bijstand aangemerkt als gehuwden.

* Let op: het inkomen uit studiefinanciering wordt volgens de regels van artikel 33 lid 2 Participatiewet gesteld op een normbedrag (zie Inkomen uit de Wet studiefinanciering 2000).

In een uitspraak van de CRvB waarin de gemeente niettemin toekwam aan de bepaling van de omvang van het recht van een belanghebbende die gehuwd is met een studerende partner met een of meer kinderen onder de twaalf jaar, heeft de CRvB uit (de dwingendheid van) artikel 48 lid 2 Abw, de voorloper van artikel 33 lid 2 Participatiewet, afgeleid dat ook de component voor het levensonderhoud van de partner valt onder het normbedrag voor levensonderhoud waarnaar de studiefinanciering op grond van de WSF 2000 is berekend. Aangezien het geschil zich beperkte tot de vraag in hoeverre de inkomsten van de studerende partner uit studiefinanciering in aanmerking moeten worden genomen bij de vaststelling van de hoogte van de bijstand, kan uit deze uitspraak niet worden opgemaakt of de CRvB de in de vorige alinea verwoordde zienswijze onderschrijft. Gelet op de overweging in TK 2002-2003, aanhangsel van de handelingen, nr. 1059, blz. 2211-2212 dat die zienswijze is bevestigd in jurisprudentie, mag worden aangenomen dat de CRvB die zienswijze onderschrijft.

Ontvangt uw kind studiefinanciering (WSF2000)? Dan kan dat gevolgen hebben voor uw bijstandsuitkering. Voor meer informatie over studiefinanciering kunt u terecht bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).

Woont u samen met uw meerderjarige kind dat een opleiding volgt en studiefinanciering (WSF2000) ontvangt? Dan hebt u recht op een bijstandsuitkering voor een alleenstaande.  Uw kind heeft zelf in principe geen recht op een bijstandsuitkering.

Alleenstaande ouder

Hebt u nog een minderjarig ten laste komend kind? Dan geldt het bovenstaande ook, alleen kunt u dan recht hebben op bijstand voor een alleenstaande ouder in plaats van bijstand voor een alleenstaande. De norm voor een alleenstaande en alleenstaande ouder zijn hetzelfde, maar de begripsomschrijving en de voorwaarden verschillen. Zie voor meer informatie: U bent een alleenstaande ouder.

Kostendelersnorm
Studenten tellen doorgaans niet mee voor de berekening van het aantal personen bij de kostendelersnorm. Hierdoor worden studerenden voor de bijstand niet aangemerkt als lid van het huishouden. Het maakt daarvoor niet uit of de studerenden bij hun ouders inwonen of met anderen in dezelfde woning wonen.

Als voorwaarde voor de studenten die aanspraak kunnen maken op studiefinanciering geldt dat deze onderwijs moet volgen waarvoor wel aanspraak op studiefinanciering bestaat. Het gaat hier zowel om:

  • studerenden die studiefinanciering ontvangen;
  • personen die studiefinanciering kunnen ontvangen maar er geen gebruik van maken; en
  • om personen die hun opleiding voortzetten terwijl zij geen studiefinanciering meer ontvangen, omdat de maximale termijn daarvan bereikt is.

Om te bepalen of er aanspraak bestaat op studiefinanciering wordt uitsluitend de leeftijd in aanmerking genomen.

Let op. De kostendelersnorm is niet van toepassing op personen jonger dan 21 jaar. Zie voor meer informatie: Kostendelersnorm.  

Lees ook

Deze ruimte is bestemd voor relevante documenten en formulieren van uw gemeente.

Helaas doet uw gemeente nog niet mee aan deze website zodat wij deze informatie hier niet kunnen weergeven.