Een voorlopige voorziening is een tijdelijke uitkering na een spoedbeslissing van de rechter. U krijgt alleen een voorlopige voorziening als er echt een noodsituatie is. U moet er zelf om vragen bij de rechtbank.
Om een voorlopige voorziening vragen bij de rechter kost geld. De rechtbank kan u daar meer over vertellen.
Wanneer vraagt u een voorlopige voorziening bij de rechter?
Heeft u een bezwaarschrift aan de gemeente gestuurd? Bijvoorbeeld omdat de gemeente vindt dat u geen recht heeft op een uitkering? En u vindt van wel? Dan kan het zes weken duren voordat de gemeente over uw bezwaarschrift beslist. Duurt dat u te lang? Dan kunt u bij de rechtbank om een voorlopige voorziening vragen.
Krijgt u een voorlopige voorziening van de rechter?
Dan moet de gemeente u een uitkering geven. Dat geldt tot de gemeente over uw bezwaar heeft beslist. Blijkt dan dat de gemeente het toch niet eens is met uw bezwaar? Dan moet u die uitkering (de voorlopige voorziening) weer aan de gemeente terugbetalen.
Krijgt u geen voorlopige voorziening van de rechter?
Dan kunt u daartegen niet protesteren (in beroep gaan) bij een hogere rechter.